De bouw van een nieuw Feyenoord-stadion blijft voor Stichting Gebiedsontwikkeling aan de Maas (STIGAM) het centrale uitgangspunt voor de gebiedsontwikkeling Feyenoord City. ‘Wij staan wij volledig achter het Masterplan, dus mét stadion. Tegelijk we willen geen tempo verliezen en gaat het verwerven van gronden, voorbereiden van plannen en bouwrijp maken van locaties gewoon door. Wij investeren in woningbouw en infrastructuur, met of zonder stadion.’
Dit zei STIGAM-bestuurslid Rob de Jong in de op 9 december 2021 gehouden vergadering van de Rotterdamse raadscommissie majeure projecten, organisatie en financiën. De Jong reageerde daarmee op het bericht van de club om het definitieve besluit over de nieuwbouw van het stadion tot de zomer van 2022 uit te stellen. De STIGAM werkt samen met Feyenoord en de gemeente aan de ontwikkeling van Feyenoord City en richt zich met name op de realisatie van 3.700 woningen in het gebied.
NIET WACHTEN
‘Wij wachten niet op het definitieve stadionbesluit, maar kunnen gewoon verder. De woningbouwplannen voor fase 1 lopen geen vertraging op, wij zetten geen activiteiten stop’, stelde Rob de Jong op vragen van raadsleden. Hij verwees onder meer naar de start van het project Imagine in november 2021. Op de hoek Laan op Zuid/2e Rosestraat realiseert Ontwikkelcombinatie Feyenoord City (AM en Heijmans) 162 koopwoningen en 133 huurappartementen, 120 parkeerplaatsen en 1.500 m2 commerciële ruimte. Imagine geldt als eerste woningbouwproject in Feyenoord City.
Voor de komende jaren staan projecten in Mallegatpark, Waterfront, Stadskant, De Veranda en Kuip Park op het programma. De gemeente kreeg 21 miljoen extra rijkssubsidie voor woningbouw in Feyenoord City.
Rob de Jong benadrukte dat de landaanwinning voor het nieuwe stadion ook gewoon doorgaat. ‘Die betaalt zich altijd uit. We zijn overtuigd van de kracht van de locatie en de behoefte aan alle geplande functies. Datzelfde geldt voor de overkluizing van het spoor. Een van onze taken is het verbinden van Feyenoord City met de wijken eromheen, in elk denkbaar scenario.’
