‘STEDELIJKE OMGEVING EN RUIGE NATUUR KUNNEN PRIMA SAMEN’
Rineke Kraaij van Buitenplaats Brienenoord is benieuwd hoe de gebiedsontwikkeling Feyenoord City gaat uitpakken. Voor ‘haar’ Eiland van Brienenoord, maar vooral ook voor de inwoners van Zuid.
Alsof je op vakantie bent. Ver weg van alles. Zo voelt het elke keer weer voor Rineke Kraaij als ze op het Eiland van Brienenoord is. Sinds augustus 2014 komt de programmamaker en artistiek leider meerdere keren per week op het eiland in de Nieuwe Maas, waar de ruige natuur nog zijn gang kan gaan en Schotse Hooglanders in alle rust grazen. De afgelopen zeven jaar werkte Rineke met een groep enthousiastelingen aan Buitenplaats Brienenoord, een “denk-, speel- en werkplaats over de toekomst voor alle leeftijden”.
Cultuur en natuur
Wat Buitenplaats Brienenoord is? Ja, wat eigenlijk niet? Rineke: ‘Je kunt iets eten en drinken bij ons, maar je kunt hier vooral elkaar en anderen ontmoeten. We organiseren culturele voorstellingen, maar je kunt ook komen tuinieren. We zijn onderdeel van het wandelrondje Stadionpark. En in de zomer organiseren we in samenwerking met scholen zomerkampen voor kinderen van Zuid. Die kinderen zijn de ruige natuur niet gewend. Het eerste half uur is alles eng en spannend. Daarna gaan ze bomen klimmen en bloemen plukken. Dan bloeien ze helemaal op.’
Getijdenpark
Buitenplaats Brienenoord is nooit af, zegt Rineke. ‘Het is continu in ontwikkeling. Net als de stad, net als wij allemaal.’ Dagelijks ziet ze de stad veranderen. Als ze met de tram of de fiets vanuit Middelland naar ‘haar’ eiland gaat. Maar ook vanaf het ministrandje aan de westkant van het eiland, waarvandaan je prachtig uitzicht hebt over de skyline. Straks zit ze hier eerste rang bij de ontwikkeling van Feyenoord City. Sterker nog, via Getijdenpark worden het Eiland van Brienenoord en Feyenoord City direct verbonden. Tot aan het Mallegatpark wordt de rivier ingedamd, waardoor een recreatiegebied ontstaat waar je kunt genieten van flora en fauna.
Fietsen langs de rivier
Rineke is nieuwsgierig hoe het uitpakt. ‘Het liefst fiets ik zo lang mogelijk langs de rivier. Maar in dat gebied is dat lastig. Het is een stenige bedoeling. Vanaf de Veranda heb je een prachtig uitzicht over de Maas, maar die plek nodigt nu niet uit. Ik juich toe dat er meer ruimte komt voor fietsers en voetgangers. En vooral voor de natuur. Laten we eerlijk zijn: dit hele gebied langs het water kan wel een boost gebruiken. Tot ik het Eiland van Brienenoord herontdekte, kwam ik nooit in deze hoek van de stad. Omdat het verlaten voelde, of zo. De gebiedsontwikkeling Feyenoord City kan extra leven toevoegen.’
‘Geen tweede Vroesenpark’
Het Eiland van Brienenoord wordt sinds 2020 al flink onder handen genomen. Het doel: het eiland toegankelijker en aantrekkelijker maken voor recreatie, maar ook voor flora en fauna. Door het getijdenpark komen er nieuwe watervogels het gebied in. Het hoogste doel is ervoor te zorgen dat de steur terugkeert in de Maas. Bang dat het Eiland van Brienenoord straks overlopen wordt, is Rineke niet. ‘Ik verwacht niet dat dit een tweede Vroesenpark wordt,’ zegt ze met een knipoog. ‘Sowieso mag het eiland drukker worden, het is soms wel érg stil. De nieuwe brug heeft al voor meer toeloop gezorgd voor mensen uit Zomerland en Sportdorp, voor wie het ineens een stuk bereikbaarder is. Die ruige natuur blijft ook wel, daar heb ik alle vertrouwen in. Ik denk dat de bewoners het juist waarderen dat ze zo’n stukje echte natuur zo dicht in de buurt hebben. Een stedelijke omgeving en ruige natuur kunnen prima samen. Tof toch, als je dat in een grote stad naast de deur hebt?’
Oud en nieuw naast elkaar
Eén ding hoopt Rineke vurig: dat de bestaande bewoners van Zuid gaan profiteren van de gebiedsontwikkeling. ‘Ik hoop echt dat oud en nieuw naast elkaar kunnen bestaan. Je hoort altijd dat Zuid zoveel potentie heeft, maar in mijn ogen ís het er allemaal al. Wijken als Sportdorp en Vreewijk hebben echt karakter. De Beijerlandselaan en Groene Hilledijk worden nieuw leven ingeblazen. Het zou mooi zijn als Feyenoord City verbindend werkt.’